Ik heb onlangs een paar artikelen geplaatst van een Australische paardengedragsdeskundige die te maken hadden met het stellen van grenzen. Haar insteek was de softe kant. De gevaarlijke situaties die ontstaan door niet-deskundige adviezen uit de zweefhoek. Maar laten we vooral ook niet de eveneens onwenselijke ándere kant vergeten.
Er zijn in de paardenwereld heel veel deskundigen. Goedbedoelend is de overeenkomst. Voor de rest is de pluimage zo divers als de soorten vissen in de oceaan. Diploma’s zeggen lang niet alles. Er zijn zeer ervaren paardenmensen die misschien nog nooit een collegezaal van binnen hebben gezien, maar door jarenlange omgang en leren van fouten goed door hebben hoe het wel moet. Er zijn ook bijzondere ‘opleidingen’ waar je met een prachtig getuigschrift vandaan kunt komen, waarna ik je nog steeds niet in een straal van vijf meter van mijn paard wil laten. Wat ik echt heb zien veranderen in al die jaren, kan je omschrijven als de opkomst van een alternatieve sector. In mijn jeugd werd er nooit gesproken over leergedrag van een paard, laat staan over welzijnseisen.
Doorgeslagen zweefgedoe
Omdat er meer geld omgaat in de paardensector, wordt er op allerlei gebied meer onderzoek gedaan. Dat is goed. Het heeft ons veel gebracht en ik denk in de breedte het leven van veel paarden verbeterd. Maar net als in de humane wereld zijn er ook voorbeelden van excessen in een richting die ik niet per definitie wil afdoen als slecht, maar die bij doorgeslagen gebruik wel mijn wenkbrauwen in mijn haargrens laten verdwijnen.
Drammerige mispunten
Ik heb geen kinderen en dat maakt dat ik volgens velen niet mag meepraten als het over opvoeden gaat. Maar ik heb mijn ogen niet in mijn zak. Vrije opvoeding? Wat ik ervan heb gezien leidt dat tot onuitstaanbaar gedrag. Dat is bij paarden net zo. Als jij geen grenzen stelt, wandelt hij al snel dwars door je heen. Echt niet grappig bij minstens vijfhonderd kilo. Jezelf als paard gedragen, zoals wel eens wordt beweerd in bepaalde kringen? Kom op jongens, daar trapt geen paard in. Je bént geen paard. Om maar één voorbeeld te noemen: jouw ogen staan voor in je hoofd, niet aan de zijkant. En je loopt op twee benen. Dat maakt veel uit. Het is helemaal niet erg dat jij geen paard bent, daardoor kunnen jullie nog steeds een prima werkbare relatie opbouwen. Maar daar komt iets meer bij kijken dan afwachten tot jullie een spirituele connectie hebben.
Duidelijkheid zonder pijn
Frédèric Pignon is een Franse vrijheidsdressuurlegende waar ik veel respect voor heb. Ik heb veel gesprekken met hem gevoerd, die vaak over het stellen van grenzen gingen. Hij is daarin duidelijk: dat móet, voor een veilige omgang met een dier van dergelijke omvang. Zijn stelling daarbij is dat een vraag stellen iets anders is dan een antwoord afdwingen. Je mág een paard aangeven dat hij niet in jouw ruimte mag komen. Maar als je dat doet met dwang of hardhandigheid, dan creëer je angst en dat is geen basis voor samenwerking. Paarden zijn nieuwsgierige wezens, die best een spelletje met jou willen doen. Maar als dat ze pijn of stress oplevert, sluiten ze zich af of komen ze in verzet. En ze vertrouwen je niet meer.
Paard worden door mens te zijn
Ik heb ook vaak gesproken met Carl Hester, de Engelse dressuurruiter en -trainer. Een overeenkomst tussen hem en Pignon is dat zij allebei veel belang hechten aan de controle over de schouders van een paard. Beiden doen dat op een kalme, maar wel duidelijke en vastberaden manier, waarbij herhaling en dan het wegnemen van de hulp effect heeft. Dus geen geschreeuw, gezwaai met touwen of stokken, hardhandig getrek of puberaal driftgedrag. Soms werkt zo’n rustige aanpak niet meteen, maar de aanhouder wint en die wint méér dan je denkt. Maar je moet dus wel doorzetten tot je hem hebt geplaatst waar je wilde. Een samenwerking die is gebaseerd op duidelijkheid, consequentheid en wederzijds respect leidt tot die zo gewenste band, waarbij het lijkt alsof je als mens deel uitmaakt van hun wereld.