‘Geen enkel paard dat wil leven, mag sterven door gebrek aan geld.’ Dat was de kop boven een artikel dat onlangs in de media verscheen. Ik heb hier ernstige bedenkingen tegen. Vrijwel ieder wezen heeft de wil om te leven. Zeker een paard dat niet kan overzien of kan voorstellen wat er in de toekomst staat te wachten. Is dat een leven als bewegingsdier, waarbij iedere stap pijn doet? Of eenzaam wegkwijnen in je eentje in een achteraf-weitje?
Het is een feit dat door de rare kartelvorming die tegenwoordig in kliniekenland plaatsvindt, de prijzen van sommige dierenartsen exorbitant hoog zijn geworden. Het is zoeken met een lantaarntje naar de paar nog onafhankelijke dierenartsen, die een pittig bestaan leiden door de vele uren die ze maken en de vaak complete onderneming met personeel en allerlei andere randzaken die ze, naast het werk in hun vakgebied, ook nog moeten runnen. Dus ja, geld speelt een steeds grotere rol bij de adequate zorg voor dieren. En ik ben het er in die zin mee eens dat geldgebrek als argument voor euthanasie bij een relatief eenvoudig te verhelpen probleem geen rol zou moeten spelen. Maar om nou de ‘wil tot leven’ hierbij mee te laten wegen, gaat me een stapje te ver.
Ze horen niet op stal
Het is meestal geen vraag óf een paard een blessure krijgt, maar wanneer. Ze zijn nou eenmaal eigenlijk niet gemaakt om op te rijden. Hoe zorgvuldig je dat ook doet, er gaat wel eens wat mis. Hoewel we er nog steeds niet allemaal aan willen, is teveel en te lang op stal ongezond. Aan de andere kant is een zo natuurlijk mogelijk leven bieden geen garantie voor een lang en gezond leven. Paarden kunnen ongelooflijk onhandig zijn. Als ze bij elkaar staan, bepalen wij met wie. Dat is niet altijd degene die ze in de vrije natuur zouden kiezen. Ze doen het ermee, bij gebrek aan beter. Maar zeker op een wat kleiner oppervlak kan, zelfs na een periode van harmonie, wel eens een confrontatie plaatsvinden. Ook paarden die het best goed met elkaar kunnen vinden, kunnen wat oplopen. Te wilde spelletjes, een merrie tussen de ruinen die hengstig wordt, er zit wel eens ergens een bult of een kras. Ik vind dat nog steeds opwegen tegen een minder prettig leven in een afgeschermd weitje of -nog erger- opgesloten in een stal.
Ontactisch
Een serieuze blessure kan betekenen dat het paard niet meer geschikt is voor waar je hem voor hebt. Als je één paard hebt en een flink deel van je inkomen opoffert aan het onderbrengen en verzorgen daarvan, dan is een blessure die hem onbruikbaar maakt een flinke klap. Niet zelden wordt zo’n dier vervolgens aangeboden als ‘gezelschapspaard’ of ‘alleen geschikt voor coaching’. Als het een merrie is wordt er soms een veulentje bij gefokt. Ik heb tal van keren geprobeerd het tactisch te zeggen, maar dat komt niet aan, want ethos-pathos-logos zijn drie totaal verschillende sporen. Dus ga ik nou maar eens ontactisch brengen.
Meer coaches dan klanten
Een paard houden is best duur. Eentje waar je verder niks aan hebt tóch aanhouden kan, als je zelf ruimte (en andere paarden!) hebt of genoeg geld om hem op zo’n plek te zetten. Soms wordt zo’n paard gebruikt in de opfok, om onbesuisde jonge beesten enige sociale vaardigheden bij te brengen. Daar zijn er maar een paar van nodig en dat kan alleen als hij geen pijn lijdt. Coaching? Hou op. Er zijn volgens mij inmiddels meer paardencoaches dan potentiële klanten, dus het lijkt me handiger dat je daarbij paarden gebruikt waar je ook nog mee kunt rijden. Daarvoor heb je geen afdankertje nodig, die in afwachting van werkzaamheden wordt weggezet in een weitje. Want daar komt het toch vaak op neer, ze komen op een goedkopere plek terecht en de aandacht voor ze wordt minder. Begrijpelijk allemaal, maar niet in het belang van het paard. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Maar eerlijk zijn over zo’n situatie zit niet helemaal in de lijn met de emotie. Dus wordt vaak in het hoofd weggepoetst dat een paard is weggestopt in een saai of inadequaat hoekje, omdat iemand geen drastischer beslissing aandurft. Nog afgezien van de vraag of zo’n paard voortdurend ongemak of zelfs pijn ervaart, omdat jij de knoop niet kan doorhakken.
Dat kost nog veel meer
Een veulentje fokken bij een merrie met een blessure lijkt misschien een oplossing, maar is dat natuurlijk niet. Ten eerste: heeft die blessure ook maar enigszins te maken met iets dat erfelijk is? Zwak peesmateriaal? Niet zo’n handige bouw en daardoor bevattelijker? Daar moet je niet mee willen fokken. Is het letsel van dien aard dat een merrie er last van heeft tijdens de dracht, bevalling of daarna? Dat wordt ook gemakshalve vaak vergeten. Er komt nogal wat gewicht bij hè. Derde punt is dat je daarna nog steeds met een onbruikbare merrie zit én een veulen waar je vele jaren op moet passen en waarvan het nog geheel de vraag is of het beantwoord aan wat jij graag wil in een paard.
Verantwoordelijkheid
Natuurlijk is het een vreselijke beslissing. Helemaal als hij hinnikt als hij je ziet. Doet hij dat omdat je het enige hoogtepunt bent in een verder supersaai geestdodend bestaan? Afleiding van iedere stap die pijn doet? Ik vind dat je, als je paard iets ernstigs mankeert, de verantwoordelijkheid moet durven nemen. Dat hoort ook bij paardenwelzijn. Dood gaan we allemaal een keer. Mors certa, hora incerta. Het lijkt het laatste taboe, we hebben moeite om het te accepteren dat het bij leven hoort. Ik zou nooit de ‘wil om te leven’ bij mijn paarden als reden gebruiken ter vergoelijking voor een langdurig slepend pad, dat onvermijdelijk tóch tot het einde leidt.